Substitute Heads is a series of inverted faces, drawn with compressed charcoal and black pigments.
The smaller ones are on paper 42 x 30 cm.
The large drawings, paper 140 x 100 cm.
Widows of Chernobyl, compressed charcoal on paper, 150 x 215 cm.
"Solace for the Heads" 27 portretten
Bemoediging. Hulp. Redding. Steun. Steunverlening. Troost. Uitkomst. Vertroosting. Verlichting. Verzachting.
Soelaas.
Ik kan heel veel vertellen over waarom ik deze portretten heb getekend. Ik kan vertellen over "Acephale", het geheime tijdschrift van Bataille. Over de Franse revolutie. Over de cephalophoren, de katholieke heiligen die hun eigen hoofd in handen dragen. Over de koppensnellersculturen in het verre oosten. Over schedelcultussen in het Midden Oosten, Afrika, Zuid Amerika, Europa. Over trofee-hoofden. Over het lichaamsloze hoofd als thema in mijn werk. Over het portret.
Ik kan vertellen over mijn verlangen te weten wat dat is, iemands hoofd te scheiden van zijn lichaam. Of het verlangen me voor te stellen hoe het zou zijn als mij dat aangedaan werd. Over alle films en foto's die ik op internet heb zitten bekijken. Het verlangen om voorbij de gruwel te gaan, voorbij aan de angst.
Al deze mannen zijn gestorven in een strijd ter verdediging van hun gezin, van hun huis, hun leven. In de islam is eenieder die sterft in het verdedigen van hun gezin, van hun huis, hun leven, een martelaar. Deze mannen zijn hun lichaam verloren in de strijd tegen Daesh.
Daesh is het Arabische acroniem voor 'al-Dawla al-Islamiya fi Iraq wal-Sham' (DAIISH). Dat is de oude naam van IS, wat neerkomt op Islamitische Staat in Irak en de Levant.
Sjoerd de Jong in NRC, 5 december 2015:
'Het Arabische acroniem wordt door de terroristen als denigrerend en beledigend ervaren. Vertaler Alice Guthrie legde begin dit jaar in een blog al eens uit waarom. Zij willen aangesproken worden met hun „pompeuze, lange, hallucinerende” hele naam, niet met een kinderachtig klinkende afkorting. Met een acroniem, in het Arabisch veel minder courant, voelen ze zich gekleineerd, en voor gek staan met hun grootspraak over een kalifaat. Bovendien verschilt da’ish maar één letter met daes, wat zoveel betekent als ‘plattrappen’. Geen wonder dat Arabische media hier dankbaar gebruik van maken. De lettercombinatie daesh heeft ook nog, althans volgens sommigen, in Arabische oren connotaties met woorden uit de tijd van al-jahaliyya, de duisternis van vóór de islam. En dan verschijnt IS dus juist als een echo van een barbaarse prehistorie in plaats van als een beweging die terugkeert naar de zuivere islam.'
"Solace for the Heads" is een ode aan de moslimstrijders die tegen Daesh vechten.
Een eerbetoon.
En behalve een eerbetoon, is het ook een oproep tot mededogen.
Een oproep om ons hoofd niet te verliezen, en voorbij te gaan aan de angst.
'Naar de Philisteinen'
Landschap van de kunstenaar als jonge man.
"-Gaan jullie weer naar de Philisteinen?-
Dat vroeg mijn vader als ik met mijn vriendjes Jan en Robert had afgesproken voor onze gebruikelijke omzwervingen door de polder en de duinen.
We hadden polsstokken van Boer Wim gekregen, de overbuurman van Jan aan de Nesdijk. We liepen dwars door de polder richting de Herenweg. Met de polsstokken sprongen we over de sloten.
Bij elke bollen-akker speurden we naar kleien pijpjes, en bij de bunker-dorpen naar overblijfselen van de oorlog. Op een keer vonden we in 1 van de bunkers, onder het hooi, ook een doos vol pornoboekjes.
Langs het vliegveld, langs de Philisteinse molen - vandaar het grapje van mijn vader - en dan naar de duinen. In de duinen hielpen we myxomatose-konijnen uit hun lijden te verlossen. We vonden konijnenschedeltjes, en bomscherven, soms kogels, en een echte bom!
We waren 11, 12, en de combinatie van landschap, historie en biologie hebben in belangrijke mate mijn leven en werk bepaalt."
'Naar de Philisteinen' is een serie landschapstekeningen.
Het landschap waar Meinbert Gozewijn van Soest als jongen met zijn vrienden heen trok; de Bergermeer-polder, de Philisteinse-polder, de Damlander-polder, de Verbrande Pan, maar ook de Drie Meertjes en de Berenkuil.
In juni 2013 logeerde Van Soest bij boer Jonker aan de Voert.
Hiervandaan heeft hij al deze plekken weer bezocht om er tekeningen te maken.
Het landschap van de kunstenaar als jonge man.
Over de Truffelclub
Laat ik beginnen met een wat persoonlijke anekdote, ik hoop niet dat ik u meteen afschrik, later in dit verhaal zal u duidelijk zijn waarom ik hiermee begin.
Een paar weken nadat mijn vader was gestorven, ongeveer 15 jaar geleden, had ik een droom. Ik logeerde die nacht in het ouderlijk huis, en de volgende ochtend zou ik mijn broer naar Schiphol brengen. Hij woonde destijds in Oostenrijk en hij had de weken na het overlijden van mijn vader geholpen met het regelen van allerlei zaken.
Ik droomde een wolk van okerkleurig gekrieuwel. Een soort pitretsel. Een pitretsel is een woord dat ik ooit samen met mijn collega Elly Baltus heb verzonnen. Een pitretsel is iets wat ergens op schijnt te lijken, maar als je het probeert te omschrijven dan lukt het niet.
Ik zat zo wat te kijken naar dat okerachtige gewriemel toen ik me bewust werd van mijn vader. Ik herkende hem in die okergele wolk, en ik dacht ook dat ik zijn stem hoorde. Ik probeerde zijn gezicht uit de wriemeling op te maken maar dat ging niet. Het lukte ook niet om - uit wat ik dacht dat zijn stem was - woorden te verstaan.
Totdat ik me bedacht dat ik er geen woorden van moest maken, dat ik moest luisteren naar dat wat mijn vader dàcht dat hij zei, zonder tussenkomst van de taal.
Dat lukte.
We zaten op de zelfde golflengte.
Ik had een gesprek met mijn overleden vader!
'Hoe gaat het daar?', vroeg ik.
"Ja goed, een beetje druk.', antwoordde hij.
'Oh sorry,' zei ik, 'ik wil niet storen…'
'Nee nee, geen probleem, leuk dat je er bent.'
We hadden een lang en aangenaam gesprek, en ik moest iedereen de groeten doen.
Een soortgelijke droom had ik kort geleden na het eten van een truffel.
Ik had een workshop gevolgd bij Mediamatic. Mediamatic is een instelling hier in Amsterdam die zich bezig houdt met nieuwe culturele en technische ontwikkelingen. De workshop ging over het kweken van hallucinogene paddestoelen. Die zijn verboden. De sporen echter van de paddestoel zijn vrij te verhandelen, want het zijn geen zaden en het zijn ook geen paddestoelen, dus er is geen wet op van toepassing. Tijdens de workshop leerde ik onder andere, dat er wel een andere hallucinogene paddestoel vrij te verkrijgen is. Een truffel. Een truffel met een mooie naam: de Steen der Wijzen. Het is de Psilocybe Tampanensis. Die ben ik meteen de volgende ochtend gaan kopen in de 'slimme winkel', en ik ben hem in mijn atelier gaan opeten. De truffel smaakt op een weeïge manier naar noten, maar zodanig dat je er van moet kokhalzen als je er lang op kauwt. En je moet er lang op kauwen want dan werkt het beter. Het is geen pretje, om zo'n steen der wijzen te vermalen. Gelukkig doet het effect van de truffel de smaak snel vergeten. Na 3 kwartier begon alles om me heen te gloeien en te bewegen. Het lichtblauwe linoleum op de vloer begon te kolken en te pulseren en alle voorwerpen kregen een prachtige regenboogachtige stralenkrans. Als ik mijn ogen dicht deed dan was de kleurenpracht nog overweldigender. Ik ging in mijn luie atelier-stoel zitten en begon te dromen.
Ik was bij een club mensen die ik al eerder in dromen heb ontmoet. Ik herkende ze meteen. Misschien is het een club van wijzen. Of een club van voorouders? Of misschien het is mijn gedroomde fan-club. In een van de meest heldere dromen, ik studeerde toen nog aan de kunstacademie, kreeg ik drie sleutels van ze. Een sleutel voor het Huis, waarmee ze mijn ziel bedoelden, een sleutel voor de Concentratie, en een heel klein sleuteltje, waarvan ik meteen vergat waar die voor was. Pas jaren daarna droomde ik dat het kleinste sleuteltje toegang gaf tot het Vertrouwen. Maar deze keer hadden we gewoon een gezellig gesprek, zoals ik ook met mijn vader had gehad. Het ging over allerlei zaken van het leven, en we zaten aan een grote tafel, met wat te eten en te drinken.
Die avond was ik ontnuchterd, en ik voelde me uitstekend: fris, fit en enòrm wakker. Ik was me wel heel erg bewust van de droom en van de onmogelijkheid om me het uiterlijk van deze gedroomde mensen te herinneren. Terwijl ik ze toch duidelijk herkend had als dezelfde personen uit eerdere dromen. En het gesprek? Waar hadden we het dan precies over gehad, en hadden we wel echt gesproken? In mijn herinnering woonde nu een club gezichtsloze personen met elk toch duidelijke karakters. Ik heb die avond besloten ze te gaan portretteren.Portretten als pitretsels. Omdat ik niet kan beschrijven hoe deze personen er uit zien. En omdat ik niet kan zeggen waar het gesprek over ging, al was het een lang en aangenaam gesprek. Eén ding weet ik nog wel heel duidelijk: ik moest niet vergeten om iedereen de groeten te doen.
U krijgt de groeten van de Truffelclub.
MyFacebook is a series of 50 + 1 portraits of friends, colleagues and friends-of-friends.
As the title suggests it is inspired on the popular social network.
MyFacebook is a will and a document, a testimony of friendship for the people in the life of an artist.
A poet, a scientist, an actionscriptor, a veejay, a theater director, a lawyer, a club-director.
Not your average friends, but a group of special people, as we all have special people around us that have confirmed to our friendship.
Each portrait; compressed charcoal on paper, 70 x 50 cm.
PERSBERICHT
MyFacebook
1 t/m 13 juni 2011
Tentoonstelling van 50 portretten en een zelfportret
Opening woensdag 1 juni, 20.00 uur, met medewerking van o.a.: schrijver Mensje van Keulen, stadsdichter van Amsterdam F. Starik, en dichter Pieter Boskma
MyFacebook is geïnspireerd op de populaire sociale netwerksite Facebook.
Het is een serie intense portretten van vrienden, collega’s en vrienden-van-vrienden, een
getuigenis van de vriendschap voor de mensen uit het leven van een kunstenaar:
een dichter, een wetenschapper, een actionscriptor, een veejay, een theaterregisseur, een
advocaat, een sociëteits-directeur. Geen doorsnee vriendenkring, maar een groep bijzondere bekende en onbekende mensen, zoals wij allemaal bijzondere mensen om ons heen hebben die onze vriendschap hebben bevestigd.
Meinbert Gozewijn: 'Je hoort mensen wel eens zeggen als ze je naam zijn vergeten: Ik ben niet goed in namen, ik ben beter in gezichten. Als je met iemand praat, kijk je naar iemands gezicht. Dat is een dwaaltocht waarvan je je niet bewust hoeft te zijn; van wenkbrauw naar neus, naar mond naar wang, van wang naar oog, naar ooglid naar voorhoofd en het haar. Zo vorm je je een beeld van iemand. Ik teken dié ervaring van het kijken naar gezichten, en geef anderen de mogelijkheid mee te kijken als naar een gebeurtenis die zich in de tijd afspeelt. Mijn portretten zijn eerder een middel dan een doel; het portret is de aanleiding om de menselijke natuur te verbeelden, meer dan een levensechte weergave van het uiterlijk van een bepaald persoon.'
MyFacebook is een kroniek van deze tijd, en staat tegelijk in een traditie van kunstenaars die een serie portretten maken. August Sander fotografeerde Mensen van de 20ste Eeuw, Gerhard Richter gebruikte foto's uit encyclopedieën voor zijn 48 Portraits, Marlene Dumas schilderde 36 portretten voor Het Hooghuys in Etten-Leur, en Stijn Peeters tekende bijna 1000 foto's na van zijn "vrienden" op Hyves.
Meinbert Gozewijn heeft zelf meer dan 1000 vrienden op Facebook. MyFacebook stelt de vluchtigheid van sociale media tegenover de aandacht voor vrienden van vlees en bloed door het tekenen van een portret met krijt op papier.
LOKATIE: KunstEnHuis, Westerpark, Amsterdam (Polonceakade 28). Geopend donderdag t/m zondag van 14.00 tot 18.00 uur, én maandag 2-e pinksterdag.
MyFacebook kwam mede tot stand dankzij de geportretteerden en het Fonds BKVB.
DONDERDAG 18 DECEMBER 2008
DE VOLKSKRANT | Kunst | 17
Beeldende kunst
Ontmaskerde bestuursvoorzitters
Trophy Heads van
Meinbert Gozewijn van Soest
Managers krijgen een omgekeerde
facelift.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
AMSTERDAM Vroeger werden ze door een woedende meute gelyncht, met pek en veren besmeurd of aan de schandpaal genageld. Tegenwoordig worden boosdoeners ‘exposed’ in de media, blootgesteld aan onze geërgerde en rancuneuze blikken. Speculant Madoff van de firma Bernard L. Madoff Investment Securities LLC, afgelopen weekend gearresteerd wegens een fraudezaak van 50 miljard dollar, is op Google terug te vinden met de kraag omhooggeslagen in een futiele poging zich tegen het oog van de camera te beschermen. Weer een aristocraat op weg naar het schavot.In de Amsterdamse Ronmandos Gallery exposeert Meinbert Gozewijn van Soest (1964) bewerkte portretten van het type graaiers dat wij associëren met de kredietcrisis. Onder de titel ‘Tr o p h y Heads’ toont hij tekeningen die zijn gemaakt op basis van foto’s die hij willekeurig van het internet heeft gedownload, via de zoektermen ‘CEO, chairman, president’. Zo’n zoekactie levert namen op als Greenspan, Bernanke, Lippens en Votron. De staatsieportetten van deze tot voor kort zeer ongenaakbare managers heeft Van Soest op een formaat van 140 bij 100 centimeter nagetekend met Siberisch krijt; sommige onderdelen van de gezichten zijn uitgegumd, andere zwaar geaccentueerd, en altijd lopen er krullende lijnen overheen die het portret als het ware van nieuwe coördinaten voorzien. Je kunt ook zeggen: Van Soest heeft de bestuursvoorzitters verminkt, op esthetische wijze. Hij geeft de managers een omgekeerde facelift door de geliktheid van hun glimlachende tronies af te pellen en de wolf onder de
een penibele situatie probeert te redden. En TNT’s topman Peter Bakker is gereduceerd tot een soort aardappel met geniepige zwarte pitten. De titel ‘Trophy Heads’ verwijst naar de gewoonte van sommige culturen om het hoofd van een overwonnen vijand of van een geliefde voorouder te bewaren als heilige fetisj. Wie het hoofd heeft, bezit ook de ziel. Wie het beeld van de ander heeft veroverd, is machtig. Natuurlijk verwijst de titel ook naar het fenomeen ‘headhunter’, de corporate koppensneller die jacht maakt op mensen met bijzondere talenten om ze vervolgens met een dik salaris uit hun tent te lokken. De wetten van de jungle en die van de ‘haute finance’ komen hier gevaarlijk dicht bij elkaar.
Joost Pollmann
‘Trophy Heads’, tekeningen van Meinbert Gozewijn van Soest, t/m 3 januari 2009 in RONMANDOS Gallery, Prinsengracht 282, Amsterdam.
"You hear people say when they forget your name: I'm not good with names, I'm better with faces.
If you talk to someone, you look at someone's face. This is a ramble of which you do not need to be aware.
From brow to nose to mouth to cheek, from cheek to eye, eyelid to forehead, hair. Thus you form an image of someone.
I draw that experience of watching faces, and give others the opportunity to participate and to watch this event happening in time.
My portraits are a means to an end; to show the face of human nature, rather than a lifelike representation of the appearance of a particular person."
TrophyHeads is een serie tekeningen (elk 140 x 100 cm., siberisch krijt op papier) n.a.v. foto's, gedownload van internet met zoekterm "CEO, chairman, president".
De tekeningen zijn geen portret van de persoon, maar een portret van een imago.
De titel "TrophyHead" verwijst naar de traditie van sommige oude culturen om het hoofd van een vijand of van een geliefde voorouder te bewaren als heilig voorwerp.
Het is ook een verwijzing naar de term "headhunter"; iemand die zoekt naar mensen met speciale vaardigheden voor specifieke functies.
Trophy Heads, zaal-overzicht bij Ronmandos Gallery, 2008/2009
"19th century bearded hipsters", Marx, Bakunin, Darwin, compressed charcoal on paper, each 38 x 28 cm.
Illustraties voor het Financieele Dagblad; Optiek, Recht & Belasting en Zorg & Markt. 2004 - 2009
Festina lente - sed festina, pencil on paper, 24 x 32 cm.