Over de Truffelclub

 

Laat ik beginnen met een wat persoonlijke anekdote, ik hoop niet dat ik u meteen afschrik, later in dit verhaal zal u duidelijk zijn waarom ik hiermee begin.
Een paar weken nadat mijn vader was gestorven, ongeveer 15 jaar geleden, had ik een droom. Ik logeerde die nacht in het ouderlijk huis, en de volgende ochtend zou ik mijn broer naar Schiphol brengen. Hij woonde destijds in Oostenrijk en hij had de weken na het overlijden van mijn vader geholpen met het regelen van allerlei zaken.
Ik droomde een wolk van okerkleurig gekrieuwel. Een soort pitretsel. Een pitretsel is een woord dat ik ooit samen met mijn collega Elly Baltus heb verzonnen. Een pitretsel is iets wat ergens op schijnt te lijken, maar als je het probeert te omschrijven dan lukt het niet.
Ik zat zo wat te kijken naar dat okerachtige gewriemel toen ik me bewust werd van mijn vader. Ik herkende hem in die okergele wolk, en ik dacht ook dat ik zijn stem hoorde. Ik probeerde zijn gezicht uit de wriemeling op te maken maar dat ging niet. Het lukte ook niet om - uit wat ik dacht dat zijn stem was - woorden te verstaan.
Totdat ik me bedacht dat ik er geen woorden van moest maken, dat ik moest luisteren naar dat wat mijn vader dàcht dat hij zei, zonder tussenkomst van de taal.

Dat lukte.
We zaten op de zelfde golflengte.
Ik had een gesprek met mijn overleden vader!
'Hoe gaat het daar?', vroeg ik.
"Ja goed, een beetje druk.', antwoordde hij.
'Oh sorry,' zei ik, 'ik wil niet storen…'
'Nee nee, geen probleem, leuk dat je er bent.'
We hadden een lang en aangenaam gesprek, en ik moest iedereen de groeten doen.

Een soortgelijke droom had ik kort geleden na het eten van een truffel.
Ik had een workshop gevolgd bij Mediamatic. Mediamatic is een instelling hier in Amsterdam die zich bezig houdt met nieuwe culturele en technische ontwikkelingen. De workshop ging over het kweken van hallucinogene paddestoelen. Die zijn verboden. De sporen echter van de paddestoel zijn vrij te verhandelen, want het zijn geen zaden en het zijn ook geen paddestoelen, dus er is geen wet op van toepassing. Tijdens de workshop leerde ik onder andere, dat er wel een andere hallucinogene paddestoel vrij te verkrijgen is. Een truffel. Een truffel met een mooie naam: de Steen der Wijzen. Het is de Psilocybe Tampanensis. Die ben ik meteen de volgende ochtend gaan kopen in de 'slimme winkel', en ik ben hem in mijn atelier gaan opeten. De truffel smaakt op een weeïge manier naar noten, maar zodanig dat je er  van moet kokhalzen als je er lang op kauwt. En je moet er lang op kauwen want dan werkt het beter. Het is geen pretje, om zo'n steen der wijzen te vermalen. Gelukkig doet het effect van de truffel de smaak snel vergeten. Na 3 kwartier begon alles om me heen te gloeien en te bewegen. Het lichtblauwe linoleum op de vloer begon te kolken en te pulseren en alle voorwerpen kregen een prachtige regenboogachtige stralenkrans. Als ik mijn ogen dicht deed dan was de kleurenpracht nog overweldigender. Ik ging in mijn luie atelier-stoel zitten en begon te dromen.
Ik was bij een club mensen die ik al eerder in dromen heb ontmoet. Ik herkende ze meteen. Misschien is het een club van wijzen. Of een club van voorouders? Of misschien het is mijn gedroomde fan-club. In een van de meest heldere dromen, ik studeerde toen nog aan de kunstacademie, kreeg ik drie sleutels van ze. Een sleutel voor het Huis, waarmee ze mijn ziel bedoelden, een sleutel voor de Concentratie, en een heel klein sleuteltje, waarvan ik meteen vergat waar die voor was. Pas jaren daarna droomde ik dat het kleinste sleuteltje toegang gaf tot het Vertrouwen. Maar deze keer hadden we gewoon een gezellig gesprek, zoals ik ook met mijn vader had gehad. Het ging over allerlei zaken van het leven, en we zaten aan een grote tafel, met wat te eten en te drinken.

Die avond was ik ontnuchterd, en ik voelde me uitstekend: fris, fit en enòrm wakker. Ik was me wel heel erg bewust van de droom en van de onmogelijkheid om me het uiterlijk van deze gedroomde mensen te herinneren. Terwijl ik ze toch duidelijk herkend had als dezelfde personen uit eerdere dromen. En het gesprek? Waar hadden we het dan precies over gehad, en hadden we wel echt gesproken? In mijn herinnering woonde nu een club gezichtsloze personen met elk toch duidelijke karakters. Ik heb die avond besloten ze te gaan portretteren.Portretten als pitretsels. Omdat ik niet kan beschrijven hoe deze personen er uit zien. En omdat ik niet kan zeggen waar het gesprek over ging, al was het een lang en aangenaam gesprek. Eén ding weet ik nog wel heel duidelijk: ik moest niet vergeten om iedereen de groeten te doen.

U krijgt de groeten van de Truffelclub.

truffel-club-02.jpgtruffel-club-01.jpgtruffel-club-03.jpg

truffel-club-04.jpg truffel-club-06.jpgtruffel-club-05.jpg