Onze kat, van vroeger, toen ik nog een kind was, een grote witte kater zonder ballen, maar met karakter. Bowie noemde ik hem wel eens, omdat hij ook 2 verschillend gekleurde ogen had. Als hij 2 dezelfde gekleurde ogen had dan was hij blind geweest, blindheid zou samen gaan met albinisme bij katten. Een genetisch gevolg van elkaar, wist iemand me destijds te vertellen. We hadden dus echt een bijzonder dier in huis. Floris stierf toen hij 18 jaar oud was. Mijn vader begroef hem in de tuin, in een schoenendoos, liggend op het wollen dekentje dat ooit in mijn wieg had dienst gedaan. Tien jaar na de begrafenis van Floris, ondertussen was mijn vader overleden, heb ik Floris opgegraven. Een minutieuze opgraving was het, met schoffels, troffels en een varkensharen borsteltje. De opgraving werd vastgelegd door regisseur Agnes de Ruijter en fotograaf Koos Breukel. Hij lag er precies zo bij als tien jaar daarvoor, de vorm van de schoenendoos is nog te herkennen. Toen ik het complete skelet had schoongelegd heb ik er latex-rubber overheen gegoten. Zo kon ik een mal maken van de beenderen precies zoals ik ze had opgegraven. Dit is het afgietsel er van.
Floris, 14 06 1972 – 02 11 1990, excavation of our cat in the backyard
.
Opgraving: Meinbert Gozewijn van Soest
, camera: Agnes de Ruyter,
montage: Caitlin Hulscher
Muziek: Apes of God (Jeroen Wilhelmus, Michiel Hofmans, Meinbert Gozewijn)
tekst: Hans Lodeizen
© 2003